Navigation Menu+

Kozakken

Vanaf het moment dat de coalitie in oktober Napoleon de beslissende slag had toegebracht bij Leipzig, keken de Hollanders uit naar de bevrijding. Zouden het de Engelsen zijn, of toch de Pruisen die Holland schoon kwamen vegen? Het waren uiteindelijk de Kozakken (Russen).
Vanaf 11 november 1813 brachten renbodes het heuglijke nieuws: de Kozakken waren aan de landsgrenzen verschenen. Generaal Tschernetcheff en Benckendorf voerden hun mannen aan en op 12 november stonden zij al voor de muren van Zwolle. Niet veel later bereikten zij Kampen.
Op 14 november werden ze in Meppel en Hoogeveen gezien. De Franse ambtenaren in Groningen sloten hun kantoren en namen de benen. De nacht erop verschenen de eerste Kozakken in de stad en eind november was het grootste gedeelte van Groningen, Friesland, Overijssel en Drenthe aan de Franse tirannie ontrukt. 

Een groep Kozakken

Een groep Kozakken

Kozakken bevrijden Amsterdam

Op 24 november verschijnen 200 (sommige bronnen schrijven 400) zwaarbewapende Kozakken voor de Muiderpoort. De belangrijkste vertegenwoordigers van het Franse gezag hebben Amsterdam dan al verlaten en de stad is in handen van een groep vooraanstaande Amsterdammers. Namens de coalitie komen de Kozakken ook de laatste Fransen verdrijven (er zaten er bijvoorbeeld nog een aantal in het Paleis op de Dam). De Amsterdammers lopen uit om hun bevrijders te bekijken en te begroeten.

Bivak van de Kozakken bij de Muiderpoort

Bivak van de Kozakken bij de Muiderpoort

Koopman Willem de Clercq schrijft in zijn dagboek over een Kozak: ‘Hij zat op een klein paard, had een blauw buis aan en droeg een grote lans.’ Volgens de Clercq kwamen er ontelbare mensen kijken en was alles van oranje voorzien. Vrouwen liepen dansend hele optochten en zongen oranjeliedjes. Het volk was uitgelaten.
Dankzij de aanwezigheid van de Kozakken konden ook de laatste weifelende Amsterdammers over de streep getrokken worden om de Fransen af te zweren en zich daadwerkelijk vrij te voelen. Door de Kozakken werd Amsterdam gevrijwaard van wraak van de Fransen, die nog steeds op een steenworp afstand zaten. Zo zat de gevreesde generaal Molitor nog steeds in Utrecht.
De Kozakken, onder leiding van majoor Marklay, beginnen met het schoonvegen van de omgeving. Eerst verdrijven ze de Franse soldaten uit Diemen. Langzaamaan groeit het aantal Kozakken in Amsterdam, tot 1200 soldaten (sommige bronnen zeggen 2000). In de nacht van 27 op 28 november gaan ze naar Utrecht en generaal Molitor vlucht. De Kozakken bevrijden ook nog Muiden, maar dan verlaten ze Amsterdam en omgeving om zuidwaarts te gaan, de vluchtende Fransen achterna. 

Plunderaars of bevrijders

In het oosten en het noorden van het land hadden de Kozakken een beeld achtergelaten van meedogenloze plunderaars. In Amsterdam werden ze gezien als welkome beschermers. Ja, het waren rare lui, die vreemd gekleed gingen, veel dronken en niet van de dames af konden blijven. Niemand lijkt echter slecht over hen te willen spreken, zelfs de tijdelijke bestuurders van de stad onthaalden ze vriendelijk.

Bevrijder en meedogenloze plunderaar

Bevrijder en meedogenloze plunderaar

Ze droegen een bij elkaar geplunderd tenue, maar het waren gevreesde tegenstanders: formidabele ruiters, taai, fanatiek en meedogenloze vechtjassen. Ook hun paarden stonden bekend als klein maar taai.
De herinneringen aan de Kozakken van een elfjarige jongeman werden later gepubliceerd. Hij beschreef duidelijk wat een allegaartje de Kozakken eigenlijk waren: ‘De een droeg bij een Sineesche muts een overjas met kragen, die misschien aan dezen of genen Franchen overste had behoord: een ander was in een buitgemaakten huzarenmonstering uitgedoscht, waarover een witte mantel golfde: een derde had een Poolschen jas en een grenadiersmuts op het hoofd: sommigen waren met sabels, anderen met degens of dolken gewapend; doch allen met pistolen en ellenlange speeren. Zulke vervaarlijke krijgers, die bovendien smeerkaarsen en klare boter aten had men in Amsterdam nooit gezien.’
Het is wel duidelijk dat de elfjarige onder de indruk is van de bevrijders. En waarom ook niet? Na hun verschijning aan de stadspoort konden de Amsterdammers zich daadwerkelijk vrij voelen.